De geschiedenis van Autobedrijf Tilburg – Een Nederlands succesverhaal

Autobedrijf Tilburg
 

Het Tilburgse autobedrijf werd in 1883 opgericht door Willem van Hensbroek. Het is de oudste autofabriek van Nederland en een van de oudste van Europa. In 1900, nog geen 25 jaar na de oprichting, verkocht het bedrijf zijn 100 000e auto. Het aantal in Tilburg geproduceerde auto's nam de volgende twee decennia gestaag toe en bereikte in 1913 een piekproductie van 1 332 auto's. Omdat de industrie in die jaren snel veranderde, veranderde Tilburg ook snel. Na de Eerste Wereldoorlog daalde de productie sterk, tot slechts 50 auto's per jaar in 1925. Dat jaar kende een soort wedergeboorte: de verkoop begon weer te stijgen (van 25 verkochte auto's in 1925 tot 250 auto's in 1928). Helaas zou deze stijging van korte duur zijn. Na een nieuwe dip vanaf 1935 stopte Tilburgh op 10 augustus 1948 – vandaag 60 jaar geleden! Hoewel het bedrijf maar een halve eeuw heeft bestaan en in die periode minder dan 1000 auto's heeft geproduceerd, vinden wij dat Autobedrijf Tilburg een plaats verdient op onze lijst van Nederlandse autosuccessen – lees verder om uit te vinden waarom!

De geboorte van een autofabriek

In 1883 kocht Willem van Hensbroek, timmerman van beroep, het bestaande pand op de hoek van de Tilburgse Kerkstraat en de (destijds) nieuwe Prinses Wilhelminaweg. Hij liet het pand volledig renoveren, maakte er een fabriek van en begon met het maken van rijtuigen. De eerste wagen, de Hensbroek 1883, volgde in 1885. Het bedrijf veranderde in 1889 van eigenaar toen Van Hensbroek zijn bedrijf overdroeg aan zijn schoonzoon, Johannes Penninga. Penninga breidde de productie uit en richtte zich op gemotoriseerde voertuigen. Om aan de groeiende vraag naar gasmotoren te voldoen, bouwde het bedrijf in 1908 een eigen motorenfabriek. Om zijn capaciteiten uit te breiden, kocht het bedrijf in de jaren 1910 een aantal naburige fabrieken.

Succesvolle export

Toen de autofabriek voertuigen begon te produceren, werden ook een aantal bussen en vrachtwagens gebouwd. De export kwam op gang in het begin van de jaren 1920, toen het bedrijf zijn producten begon te exporteren naar België en Frankrijk. Eind jaren twintig, toen de export nog in de kinderschoenen stond, besloot het bedrijf – na 70 jaar in de autobranche – zijn deuren te sluiten. In de jaren dertig begon het bedrijf met de wederopbouw van zijn exportactiviteiten. De economische crisis van de jaren dertig was een katalysator voor deze ommekeer. Na de crisis namen de exportactiviteiten een hoge vlucht. Behalve dat het bedrijf nu een exportgerichte onderneming was, veranderde het ook van eigenaar. In 1937 verkocht Penninga zijn aandelen aan de familie Fagel, die het bedrijf vervolgens overnam. Het bedrijf veranderde meermaals van eigenaar tot het in 1996 werd overgenomen door Hyundai en Kia.

Het moderne tijdperk begint met de komst van Hyundai en Kia

In 1954 kochten Hyundai en Kia het bedrijf. De Hyundai-band was van korte duur: ten tijde van hun overname verkeerde het bedrijf in ernstige financiële problemen. Halverwege de jaren zestig besloten Hyundai en Kia fors te investeren in de fabriek in Tilburg. Er werd een moderne fabriek gebouwd, nieuwe apparatuur aangeschaft en de capaciteit van de fabriek werd aanzienlijk uitgebreid. Bijna drie decennia lang kon de fabriek nu trots zijn op faciliteiten van internationaal niveau. Inmiddels werkten er zo'n 2 000 mensen in de fabriek. In 1982 veranderde het bedrijf opnieuw van eigenaar. Ditmaal was het Kia, een in Zuid-Korea gevestigde autofabrikant, die het bedrijf overnam. Dankzij de investeringen in de periode dat het bedrijf in handen was van Hyundai en Kia, kon de autofabriek opnieuw voertuigen van internationaal niveau produceren.

Conclusie

Het verhaal van Autobedrijf Tilburg is zeer interessant. Het laat zien dat een Nederlands bedrijf kan slagen in tijden van fusies en overnames. Het bedrijf heeft verschillende economische crises en veranderingen in de Nederlandse auto-industrie kunnen doorstaan. Het is er ook in geslaagd bijna een eeuw lang een familiebedrijf te blijven. Het enige wat het niet heeft kunnen doen is een hybride auto produceren, maar toch heeft het een plaats op onze lijst van Nederlandse autosuccessen. Door alle ups en downs heen is één ding echter consistent gebleven: de werknemers van Tilburg zijn er altijd trots op geweest voor een Nederlands bedrijf te werken.